Meerjarig stabiele gemeentefinanciën
Het vertrekpunt
De financiële positie van gemeenten, in het bijzonder die van Den Haag, staat al jaren onder druk. Verbetering vergt een structurele verandering in de financiering van gemeenten. Er zijn drie grote dossiers waar het Rijk onze stad in de problemen brengt; de Jeugdhulp/Zorg, de bijstandsverlening en het gemeentefonds (herijking en opschalingsfonds).
Bij de overdracht van de Jeugdhulp-taken in 2015 bezuinigde het Rijk fors op de over te dragen budgetten. De jeugdzorg is een open-einde-regeling. De stijgende trend van kosten voor tweedelijns-jeugdhulp zet zich voort. In 2021 leidde dit tot een nadeel van € 15,1 miljoen. We verwachten dat de kosten blijven toenemen als er geen maatregelen worden genomen.
Op het terrein van de bijstandsverlening werden wij vanaf 2015 geconfronteerd met nadelige effecten van de systematiek en de rekenregels van de verdeling van de BUIG-middelen. Per saldo betaalde de gemeente in 2021 € 10,6 miljoen aan bijstandsuitkeringen uit eigen middelen. Als we geen maatregelen treffen lopen deze tekorten eveneens op.
Op het terrein van het gemeentefonds moet geconstateerd worden dat de reeds jaren ter discussie staande herverdeling zeer ongunstig uitpakt voor de grote gemeenten, met name voor Den Haag. De maximale korting op de BUIG-middelen is begrensd op € 20,6 miljoen, jaarlijks vanaf 2025. Om een toekomstig tekort op de BUIG-middelen te voorkomen, investeren we nu extra in het aan het werk helpen van 1.600 personen met behulp van Stip-banen en uitbreiding van mogelijkheden voor loonkostensubsidie.
Vanaf 2026 heeft het Rijk bovendien de opschalingskorting in het vooruitzicht gesteld. Hoewel de opschalingskorting nog volop ter discussie staat, zijn we gedwongen deze korting op dit moment onverkort in onze meerjarenbegroting op te nemen.
Het is niet meer vol te houden om taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de gemeenten neer te leggen zonder dat daar een reële Rijksvergoeding tegenover staat. Wij vinden het getuigen van betrouwbaar bestuur dat het Rijk met substantiële middelen over de brug komt en we zetten samen met de (grote) steden de lobby richting Rijk onvermoeibaar voort.
Er moet worden geconstateerd dat de gemeentebegroting op een aantal punten kwetsbaar is. In de afgelopen jaren ontstond staps-en sluipenderwijs een mismatch tussen inhoudelijke ambities en financiële spankracht. Dat werd opgelost met het aanboren van geld uit programma´s en reserves. En ook door het incidenteel financieren van activiteiten die feitelijk een structureel karakter hebben. Met als gevolg dat tal van activiteiten die hard nodig zijn na dit jaar dreigen af te lopen bij gebrek aan financiering.
We staan, los van het feit dat we ervan overtuigd zijn dat het Rijk de plicht heeft om gemeenten financieel te compenseren, voor de opgave om een sluitende begroting te presenteren. Dat is een harde eis van de toezichthouder. Vooruitlopend op waarschijnlijke bewegingen van het Rijk rond de accresraming 2026 is met de toezichthouder afgesproken dat de accresraming voor 2026 gelijkgesteld mag worden aan 2025. Daarentegen moet de opschalingskorting onverkort worden opgenomen in de meerjarenraming.
Wij hechten zelf evenzeer aan een structureel gezonde financiële huishouding. Structurele lasten willen we structureel van dekking voorzien. Daarmee zorgen we voor duidelijkheid en zekerheid en voorkomen we dat we gaten met gaten vullen.
De omvang van de reservepositie maakt incidentele oplossingen voor structurele problemen steeds minder mogelijk. Het structurele begrotingstekort van ruim € 19 mln. uit de begroting 2022- 2025 moet worden opgelost.
Dit alles heeft ons ertoe gedwongen in dit coalitieakkoord scherpe keuzes te maken; in bijlage twee is het financieel kader 2023-2026 op hoofdlijnen geschetst. Onze plannen leiden tot een structureel sluitende meerjarige begroting.
Er zijn nieuwe budgettaire spelregels nodig om de financiële huishouding meer solide te maken. We hanteren hierbij drie uitgangspunten:
- We maken de begroting meer solide;
- We gaan meer werken met een investeringsbegroting;
- We organiseren een stevig cofinancieringsfonds
Investeringsbegroting
Er komt een investeringsbegroting voor ruimtelijk fysieke investeringen in gemeentelijke eigendommen. Daarmee wordt een integrale afweging voor investeringen mogelijk en ontstaat een mechanisme om te prioriteren en middelen te alloceren. De structurele dekking van de benodigde kapitaallasten is een waarborg voor vervanging op termijn. Hiervoor is het noodzakelijk om te beschikken over een integraal inzicht en overzicht. Wat is, vooruitkijkend, aan investeringen gewenst en welke middelen zijn hiervoor beschikbaar? Er zijn eerder stappen gezet om dit in beeld te brengen. Denk hierbij aan de Integrale huisvestingsplannen (IHP) en het meerjarig programma kunstwerken (MJPK). Dit leidt deze raadsperiode voor het MJPK tot een extra investeringsvolume van circa € 80 miljoen en voor de IHP’s van circa € 160 miljoen. Hiervoor wordt een structurele oplopende reeks kapitaallasten in de investeringsbegroting opgenomen.
Kern is dat de investeringsbegroting jaarlijks wordt geactualiseerd zodat besluitvorming daarover onderdeel wordt van de begrotingsvoorbereiding en -vaststelling. Deze methodiek maakt het ook het mogelijk om aan de investeringskant rekening te houden met de groei van de stad.
In dit akkoord zetten we belangrijke stappen ter voeding van nieuwe investeringen.
Cofinancieringsfonds
Het cofinancieringsfonds krijgt een belangrijke positie binnen het gemeentelijk financieel stelsel. Dat doen we omdat het Rijk, de provincie, Europa, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en mogelijke andere partijen doelstellingen hebben die overeenkomen met de onze. Voor veel van onze plannen zijn er daardoor zeer goede mogelijkheden voor externe (mede) financiering.
Doel van het cofinancieringsfonds is om de grote opgaven in de stad op het terrein van wonen, mobiliteit, maatschappelijke ontwikkeling, klimaat en gebiedsontwikkeling, waar we het Rijk en andere partijen bij nodig hebben, helpen te realiseren door aan de eis van meebetalen te kunnen voldoen. We willen meer Europese middelen binnenhalen, daartoe benutten we onder andere ook onze internationale netwerken.
In dit akkoord maken we hiermee een substantiële start en reserveren hiervoor € 30 miljoen (waarvan de helft voor Zuidwest wordt gereserveerd). Daarnaast voeden we het co-financieringsfonds met onder andere overschotten uit toekomstige jaarrekeningen.
Financiële keuzes
Onvermijdelijke tegenvallers
Onder deze categorie vallen de zogenaamde onontkoombare en onuitstelbare onderwerpen waar feitelijk geen beleidskeuzes in zijn te maken. Het betreft enkele onderwerpen zoals de uitvoering van de wettelijke taak van het opruimen van verf- en oliesporen en drugsafval, de overdracht van asbestsanering aan de Omgevingsdienst Haaglanden, de kosten van de raadsenquête Amare.
Intensiveringen
Met dit akkoord investeren we in de stad. In lijn met voorgaande toelichting omvatten deze investeringen verschillende categorieën:
- Diverse reguliere taken die nu incidenteel gefinancierd zijn. Denk bijvoorbeeld aan verkeersmanagement (inclusief handhaving milieuzones), de huurbalie, het sociaal werkgeverschap (beschut werk binnen de gemeente), capaciteit voor programma energietransitie en duurzaamheid en programma ruimtelijke ontwikkeling. Zonder financiële maatregelen zouden deze taken moeten vervallen;
- Gelet op de financiële positie van de gemeente, hebben we voor enkele taken gekozen voor een incidentele dekking. Denk aan programma Fiets of de inzet ten behoeve van de prioritaire gebieden;
- Een groot aantal nieuw voorgenomen intensiveringen.
Investeren in de gemeentelijke organisatie
Zoals aangegeven eerder in dit hoofdstuk 5 moet ook geïnvesteerd worden in de gemeentelijke organisatie om deze toekomstbestendig te maken. Deels is er sprake van achterstallig onderhoud, denk aan ICT, en deels is er sprake van hogere kosten of nieuwe taken of waar binnen de bestaande middelen onvoldoende ruimte is om te herprioriteren. Voorbeelden daarvan: verstevigen controlfunctie, toename kosten informatieveiligheid, privacy en security, invoering Wet kwaliteitsborging. Met deze investeringen zorgen we ervoor dat de dienstverlening aan inwoners en ondernemers door goede interne taken, systemen en processen wordt ondersteund. Investeringen onder de motorkap. Waar dat kan maken we voor het verbeteren van onze dienstverlening en het zijn van een nabije overheid, ook gebruik van externe impulsen, zoals de zogenaamde POK-middelen (Rijksmiddelen).
De hiervoor genoemde ontwikkelingen en beleidskeuzes moeten worden gefinancierd. Daartoe hebben wij de volgende keuzes gemaakt.
Incidenteel geld vrijmaken vanuit vrije ruimte reserves
Door het laten vrijvallen van diverse reserves zoals Rotterdamse Baan, vrijval corona-compensatiemiddelen en, in het geval van de BUIG, deze direct aan te wenden voor de extra uitstroom BUIG/ Stip, kunnen middelen worden ingezet binnen het budgettair kader.
Structureel geld vrijmaken
Binnen diverse programma’s willen we de middelen financieel en capacitair effectiever inzetten. Denk aan gebiedsgericht werken en prioriteren, het vergroten van de aanwezigheid in wijken en buurten, het effectiever omgaan met de armoedebudgetten, het verbeteren van de participatie en communicatie. Deze intensiveringen worden uitgevoerd door verschuivingen binnen de bestaande begroting. We maken geld vrij door het stoppen met kapvergunningen in achtertuinen, het schrappen van de OZB-vrijstelling voor startende ondernemers en een maatregelenpakket op de WMO, zodat er financiële ruimte ontstaat ter dekking van intensiveringen. Een deel van de intensivering van de aanpak laaggeletterdheid financieren wij door een herprioritering van de inzet binnen het programma onderwijs.
De gemeentelijke organisatie werkt aan minder bureaucratie, kortere lijnen naar bewoners en ondernemers, betere en gestroomlijndere dienstverlening, een optimale IT. Deze manier van werken zou er op termijn toe moeten leiden dat er sneller en oplossingsgericht gewerkt kan worden en daarmee dus goedkoper. Tegen die achtergrond werken we met een langzaam oplopende taakstelling op het gemeentelijk apparaat ter grootte van € 9 miljoen in 2026.
Verhogen gemeentelijke inkomsten
Mede tegen de achtergrond van de financiële opgave waarvoor de gemeente staat, hebben we, als onderdeel van het sluitend maken van onze meerjarenbegroting, de omvang van de gemeentelijke inkomsten beoordeeld. Dat hebben we gedaan mede in het licht van de positie ten opzichte van andere grote steden.
Dit heeft geleid tot de volgende maatregelen:
- Gemeentelijke heffingen: de afvalstoffenheffing, een dienst die in principe kostendekkendheid wordt doorberekend aan de gebruikers, maken we volledig kostendekkend. Ook passen we dit principe toe bij de rioolheffing;
- Mobiliteit: De tarieven voor straatparkeren en de eerste bewonersvergunning worden verhoogd. De extra inkomsten, ook als gevolg van areaaluitbreiding betaald parkeren, investeren we in de doorstroming bevorderende projecten;
- OZB: We verhogen de OZB-opbrengsten met een bedrag van circa € 16,9 miljoen per jaar;
- Toeristenbelasting: wij verhogen de toeristenbelasting naar een bedrag van € 6 normaaltarief en € 2,75 laagtarief. Dit gaat in per 1-1-2024 en geldt voor de hele periode.